Proloog

Mei 2018 verloopt ongekend warm voor de tijd van het jaar en begin juni is dat nog niets veranderd. Na enig wikken en wegen laat ik bij het inpakken mijn regenbroek die ik nu al heel wat trials voor nop heb meegesleept, maar thuis deze keer. 

Cathelijn en ik moeten allebei de dag van te voren 's avond nog werken dus deze keer wordt er niet dan al op de vertreklocatie geslapen. Eerste stap van de planning is dan ook  geweest om (net als bij de ezeltocht in 2014) op zoek te gaan naar een plek waar vandaan we kunnen vertrekken en waar we de trailers een paar dagen mogen achter laten. Daarvoor was ook nu weer slechts een  mailtje naar de eigenaresse van Stal Ebbers in Beek-Ubbergen met de vraag of we (uiteraard tegen vergoeding en op eigen risico) een paar dagen mochten parkeren  al weer genoeg.  

 

Dag 1, woensdag van Beek-Ubbergen naar Ottersum

Bert is de mening toegedaan dat ik werkelijk altijd en overal te laat kom, behalve als het om paarden gaat. Dat vind ik zelf nogal een overdreven verhaal. Maar feit is wel dat ik dit geval moeiteloos midden in de nacht mijn bed uitspring en, zoals gepland en afgesproken, om klokslag acht uur het terrein stal Ebbers oprijd. Cathelijn rijdt dan al 10 minuten met IJslander Gjörningur in de trailer vlak achter me en is dus ook stipt op tijd. 

Eerst volgt er hartelijk ontvangst door eigenaren Ans en Geert. Beide zijn de 65 gepasseerd maar nog de hele dag actief in het manegebedrijf, blijkt tijdens het gesprek bij het kopje koffie dat ze ons aanbieden. Ik teken er wel voor om zo die leeftijd te bereiken (uh.., ik ben in februari 50 geworden dus het gaat toch al hard die kant op bedenk ik me ineens) . Daarna halen we de paarden van de trailer en dan wordt het zoals altijd de eerste dag weer even zoeken hoe de bepakking er het beste op kan. Alegro (eindstokmaat is inmiddels 1.61 m. geworden) staat intussen rustig te wachten. De eerste jaren kon hij op vreemd terrein of als hij aan de trailer gebonden stond nog wel eens onrustig staan draaien en klieren. Maar hij is dit spelletje nu inmiddels zo gewend dat hij zich totaal niet druk meer maakt, net alsof hij intussen weet dat hij zijn krachten beter kan sparen. Om tien uur zijn we bepakt en bezakt en klaar om te gaan. En het wordt inderdaad tijd, want de zon brand al aardig. Voor vertrek geeft Geert ons nog zijn 06- nummer.  Voor als er iets onderweg iets zou gebeuren, dan wil hij ons wel met de trailer op komen halen.  Ik heb al eerder gezegd dat mensen vaak heel behulpzaam zijn voor trekkers, maar dit gebaar van een wildvreemde is toch wel het bijzonderste wat ik de afgelopen jaren op dit gebied heb meegemaakt. 

 

We nemen eerst de fietstunnel onder de N325 en gevolgen de Rijksweg een klein stukje alvorens we de bospaadjes van het Duivelsgebergte in rijden. Het is een prachtig stukje bos met serieuze hoogteverschillen maar op de website van ruiterenenmennen had ik natuurlijk al gezien dat er geen ruiterpaden lopen. Buiten het boze boswachter risico is er dan ook nog het risico dat je gaat vastlopen op een poortje waar je niet door kan, of een wildrooster of iets dergelijks. In mijn achterhoofd zit dus dat we misschien ( met een fikse boete op zak) retour moeten en alsnog het eerste stuk de grote weg volgen maar ach, wie niet waagt wie niet wint. 

Maar het stuk via de westkant van het Duivelsgebergte loopt verbazend makkelijk. Door de voetgangersbrug laten Alegro en Gjörningur zich niet kisten en om de enige houten versperring die we tegenkomen rijden we probleemloos heen.  

 

 

Als we aan de andere kant van het Duivelsgebergte de Oude Kleefsebaan bereiken moeten we eerst nog wel een stukje over de grote weg, maar dan komen  we bij het ruiterpad en hebben we  heel veel autovrijekilometers voor de boeg ( de totale afstand is ongeveer 25 kilometer vandaag).Het lanschap is niet meer zo heuvelachtige als in het Duivelsgebergte  maar wel prachtig glooiend.

 

Rond een uur of twaalf begint de serieuze dazenaanval. Natuurlijk zijn de paarden ingespoten  en zijn we gewapend met een enorme fles insectenspray in de bagage. Maar na mijn wandelingen met Sander op de hete dagen in augustus had ik dit niet zo verwacht, en al helemaal niet begin juni. Achteraf is dat natuurlijk best naïef. Een wandelend paard met alleen bagage zweet natuurlijk niet of nauwelijks realiseer ik me nu. Maar nu ik met mijn bijna 70 kilo ook nog meegesleept moet worden en er ook stukken gedraafd en gegaloppeerd wordt, is dat wel even andere koek.  En we hebben inmiddels al zoveel warm weer achter de rug, dat de insectenstand natuurlijk al op volle sterkte is ondanks dat we nog in het voorjaar zitten. De dieren inpakken in een paar enorme vliegendekens zou dus wel op zijn plek geweest zijn. Maar goed, no crying over spilled milk. We meppen er lustig op los en allebei de paarden maken er niet al te veel van gelukkig.

 

Als we tenslotte weer bij de grote weg geraken voor laatste paar kilometer naar Ottersum, stuiten we op eethuis de Diepen. Dat betekent natuurlijk tijd voor een ijsje!

We houden de Duitse grens en het Reichswald nog even aan onze linkerhand, daar zullen we vrijdag en zaterdag doorheen trekken. Al vlot bereiken we nu B&B Hesta Gard Hekla. 

Daar is het hartstikke riant vertoeven, het onderkomen ziet er tiptop uit. Er is in totaal slaapruimte voor 7 mensen en er is  een grote gemeenschappelijke ruimte met complete keuken, zithoek en terras. Maar we zijn  vanavond de enige gasten dus we hebben alles voor onszelf. Via de eigenaresse regelen we nog een paar koude drankjes en daarna is het met alles wat we zelf aan voedsel bij ons hebben een kwestie van zitten en hangen.

Dag 2, donderdag van Ottersum naar Heijen

Na een door de eigenaren heerlijk verzorgd ontbijt is het weer zadelen, pakken en vertrekken.

Het is niet ver vandaag, hooguit 14 kilometer. We rijden eerst dwars door Ottersum en zouden officieel daarna de randweg van Gennip moeten nemen, maar we doen toch maar weer de illegale afsnijroute door het bos met hier en daar een serieus Veerkamppad. Het gaat lekker en vooraan in de middag bereiken we dus al camping / B&B Carpe Diem, die in het noordelijke puntje van het Limburgse natuurgebied de Maasduinen ligt.

Mijn oorspronkelijke plan was eigenlijk om hier twee nachten te blijven en dan op vrijdag een dagtocht zonder bepakking door dit gebied te rijden. Maar er is dit weekend een bruiloft bij Carpe Diem dus ook op vrijdag hier overnachten lukte niet. Maar niet getreurd, we laten de paarden even rusten en gaan dan begin van de avond nog wel een kort rondje er door heen doen om de boel toch even een béétje te verkennen. 

 

Nadat ik 's middags eerst een paar uur een gat in de dag geslapen heb, gaan we dus rond half zeven met de paarden het erf weer af. Gezellig een stukje zonder zadel hadden we bedacht. 

Tja...de foto was nog net genomen om het inderdaad leuke idee vast te leggen. Ongeveer 60 seconden later zijn we allebei omgeven door een wolk van dazen en dan weet je echt niet wat je gebeurt. Natuurlijk hadden we gelijk rechtsomkeert moeten maken.  Maar Cathelijn en ik zijn allebei net zo eigenwijs als we groot zíjn en dus gaan we serieus proberen of we ze niet met een galopje kunnen kwijtraken. Dan raken we inderdaad wel wat kwijt, maar alleen niet de dazen. 

Cathelijn is Gjörningur namelijk echt even kwijt, en ze kan niet meer voorkomen dat hij rechtdoor een dreef met gras tot aan de knieën in raced. Ik kan Alegro daar nog wel op de rem zetten maar de doorgaans vrij flegmatieke Spanjaard is nu ook wel even over de top en zet de Andalusiër-stand erop. Hij doet een prachtige piaffe ( waarvan ik dolgraag zou willen dat hij het ook kon als ik er om vroeg ) terwijl ik met niet meer dan met een bontje- zonder- singel -onder- mijn- kontje van hem gescheiden ben. Intussen is de wolk van 200 dazen gegroeid naar 300 en zie ik overal de bloedvlekken op zijn witte vacht verschijnen. Oh shit, we moeten echt als de bliksem terug....Dat laten de paarden zich geen twee keer zeggen, die weten namelijk al precies waar hun nieuwe stal is. In een noodvaart gaan we dus over  terug over het brede pad, met een opgefokte Alegro onder me. Het enige waar ik nog aan kan denken terwijl ik me aan zijn manen vastklem, is hoe ik in vredesnaam aan (niet alleen man maar ook tevens collega) Bert moet gaan  uitleggen dat ik voorlopig de ziektewet in ga omdat ik in deze domme actie mijn been gebroken heb.  Nadine, echt.. kan je op je vijftigste nou niets beters verzinnen?! I'm getting to old for this shit.....

Maar we blijven allebei wonderwel zitten en 100 meter voor de ingang van Carpe Diem  zijn de dazen dan ineens ook weer net zo snel vertrokken als dat ze gekomen zijn. We zijn wel even uitgereden voor vandaag, dat is duidelijk. 

Op naar het plaatselijke wokresstaurant dan maar, waar ik me voor de eerste maar niet de laatste keer deze vakantie  verbaas hoe ontzettend veel eten er in zo'n klein vrouwtje kan gaan.

Dag 3, vrijdag van Heijen naar Frasselt, Duitsland.

De dag begint met bakken met regen en de gedachte dat ik niet op het weerbericht had moeten vertrouwen. Daardoor ligt mijn regenbroek nu thuis in de kast.

Nou ja eerst maar weer eens ontbijten dan en dat is ook bij Carpe Diem wederom een genot.  Daarna wachten we tot een uur of elf of de bui overdrijft, maar dat kunnen we wel vergeten. Dus toe maar, op pad. Uiteindelijk is het maar gewoon water. Via een stuk Duits platte land gaan we op weg naar het Reichswald.

De voet-en fietsgangersbrug waar we onderweg over heen moeten is door de regen spek-en spek glad geworden. Aan de hand dus maar en stapje voor stapje om toch veilig de overkant te komen.

Tegen de tijd dat we het Reichswald bereiken regent het nog steeds. Eenmaal in het Reichswald kom je in een andere wereld. De geschiedenis is er voelbaar, onder het mos ligt overal het asfalt waar de tanks in de Tweede Wereldoorlog  overheen reden. En het is er zo ongelofelijk stil, dat je bijna denkt dat het stilte voor de storm is en de troepen ieder moment weer binnen kunnen komen rijden. Maar in werkelijkheid kom je er uren en uren niemand tegen. Geen andere ruiter, geen fietser, geen wandelaar helemaal niemand. De Veluwe lijkt hierbij vergeleken wel op de Kalverstraat. Een andere tegenstelling is dat (anders dan het idee wat je krijgt als je op de kaart van ruiterenenmennen kijkt) je in het Reichswald niet aan verplichte ruiterpaden hoeft te houden en je gewoon ieder paadje mag rijden wat je wilt. 

Officieel is het trouwens zo dat je als je met een paard naar Duitsland over de grens gaat het paard (behalve natuurlijk van een geldig paspoort ook) in het bezit moet zijn van een gezondheidsverklaring opgemaakt door het NVWA. En dat in veel deelstaten (en zo ook in Nordrhein Westfalen waarin het Reichswald ligt) het dragen van  Reiter-Plakette verplicht is. Kosten van de gezondheidsverklaring is ongeveer 150-200 euro en van de Reiter-Plakette om en nabij 40 euro. De kans op controle is bij allebei erg klein, maar als het gebeurd heb je natuurlijk wel een probleem. Aan ieder voor zich wat hij hier mee wil doen of het wellicht een reden te laten zijn Duitsland te paard helemaal te vermijden. Voor België en Frankrijk  geldt de verplichte gezondheidsverklaring overigens niet. 

Als we het noordoostelijke deel van het Reichswald bereiken wordt het daar weer mooi heuvelachtig en breekt het zonnetje toch langzaam door. Daarmee keren ook onze vrienden de dazen weer terug dus tijd voor een inspraymomentje. 

Het is heel even zoeken naar uitgang omdat op de plek waar ik dacht dat we het bos uit zouden gaan een wildrooster ligt, maar iets meer naar het noorden vinden we toch een hek en kunnen we er weer uit. We rijden dwars door Frasselt (waar een paardenwinkel blijkt te zitten en we gelukkig nog een extra dazenspray kunnen scoren, de ander is al praktisch leeg) naar het huis van Karin van Burk en haar man Gerard.

 


Het overnachtingsadres bij Karin heb ik gevonden via Facebook. Een zoektocht via het internet leverde in eerste instantie nergens een overnachtingsplek op in dit gebied, waarna ik maar eens blind Reichswald als zoekfunctie op FB had ingevuld. Daar rolde weer TREC Training Reichswald uit . Messenger berichtje gestuurd met de vraag of zij wellicht een overnachtingplek in dit gebied wist. Schot in de roos, want Karin bleek zelf af en toe mensen met paarden bij haar thuis te laten overnachten. Daar aangekomen krijgen de paarden een mooi weitje toegewezen en wij een heerlijk logeerkamer. Ondanks dat we dus gewoon bij Karin in huis slapen voelt dat vanaf het eerste moment geen seconde ongemakkelijk. 

's Avonds wandelen we naar het dorp. Er zitten twee eettenten hebben we ons door onze gastvrouw laten vertellen. De eerste is vrij modern en de tweede typisch Duits. Natuurlijk willen wij dat tweede wel eens meemaken dus laten we het volle terras links liggen en lopen nog een stukje verder voor de typische Duitse aangelegenheid. Karin heeft geen woord te veel gezegd, als we binnenkomen ziet het er van binnen uit alsof er sinds de jaren tachtig niets veranderd is. Terras en de tent totaal leeg en stevig gebouwde eigenaar verdiept in zijn krant. En straalt niet bepaald uit dat hij erg blij is met twee klanten. Omdat de temperatuur weer zalig is nemen we plaats op het terras waar we door hem behoorlijk  nors bediend worden. Achteraf is dat niet zo raar want de man heeft de avond ervoor een partij van 120 man in zijn zaal gehad en is totall los, alleen dat weten wij dan natuurlijk nog niet.  Maar wij houden gewoon stug vol met danke danke en herlich sehr gut roepen en vriendelijk lachen. Tegen de tijd dat de asperges opgediend worden is hij dan ook al aardig ontdooid. En als we bij  het weghalen van de borden dan ook nog eens laten vallen dat we te paard gekomen zijn en bij Karin en Gerard logeren ( die blijkbaar goed geïntegreerd zijn in de gemeenschap sinds ze hier ruim 10 jaar geleden vanuit Noord-Holland zijn komen wonen) zijn we ineens zijn beste vrienden. De man praat plotsklaps honderd uit en er is geen sprake van dat we het pand gaan verlaten zonder dat we niet eerst met hem aan de bar nog een paar drankjes van de zaak gedronken hebben. 

Het plezier in trektocht rijden gaat natuurlijk grotendeels over rijden, want dat is wat je wil als ruiter. Maar toch is het ook niet het enige waar het omdraait. Het gaat ook over korte maar intensieve  ontmoetingen met bijzondere mensen, die je je ook jaren nog precies zal kunnen herinneren.

 

Dag 4, zaterdag van Frasselt naar De Horst 

 

Nadat we hartelijke afscheid hebben genomen van onze lieve gastvrouw en gastheer rijden we opnieuw het Reichswald in.

Terwijl wij gisteren uit eten waren is Karin een hele tijd bezig geweest om een leuke route naar De Horst (het is  hiervandaan eigenlijk maar een kippeneindje) in mijn GPS in te voeren en daardoor vinden we alleen al een kortere ingang. En weer komen we er geen levende ziel tegen vandaag.

 

 

 

We zijn vandaag (op deze wederom bloedhete dag) op weg naar camping de Leigraaf en ondanks dat we nog een extra omweggetje door het bos maken zijn we daar al snel. De camping ligt aan de rand van het plaatsje De Horst (vooral niet te verwarren met het plaatsje Horst in Zuid-Limburg, anders wordt het wel een pittige rit). Het is maar een klein gehucht zonder supermarkt maar het heeft wel een café en een grote snackbar. 

De enige vertraging die we nog hebben is dat het me ondanks de gps toch nog lukt hele stukken verkeerd te rijden en dan weer terug te moeten. Best knap, gewoon door niet opletten en links en rechts door elkaar husselen. Cathelijn maakt zich niet druk en hobbelt bij de zoveelste keertwending gewoon weer gemoedelijk achter me aan.

Op camping de Leigraaf slapen we in een groepsaccomodatie met twee grote slaapkamers met meerdere bedden en een centrale ruimte met keuken, 2 banken en een grote tafel. En wederom hebben we net als in Ottersum het rijk alleen. Na aankomst dus eerst maar even bank hangen.

 

Maar niet te lang want aan eind van de middag gaan we zonder zadel rijden poging twee doen.  We doen een rondje buiten het dorp om waar een paar leuke plekken in zitten waar je met je paard door het water van een riviertje kan rijden. Van dazen hebben we deze keer geen last maar wel van een ander ongedierte, althans waarschijnlijk alleen tussen onze oren. Nadat een vriendelijke meneer met een hond ons voor heeft gewaarschuwd dat er in de omgeving veel eikenprocessierupsen voorkomen en zegt dat dit de reden is dat hij ondanks de hitte toch een dik leren jack met lange mouwen aanheeft, hebben we ineens het idee dat ze in iedere boom waar we onderdoor rijden zien zitten.

De rit wordt afgesloten  met het eten van een ijsje bij de snackbar met de paarden op de stoep. Daar worden we als twee kleine kleuters zo blij van, natuurlijk eigenlijk te kinderachtig voor woorden voor twee vrouwen van middelbare leeftijd.

Ook deze dag is helaas weer zo om dus tijd om naar bed te gaan..in de sauna. Het vertrek ligt op de verdieping boven een schuur en het is natuurlijk al dagen bloedverzengend heet. Daardoor is de temperatuur in het appartement wel behoorlijk opgelopen. Bovendien zijn we niet heel handig geweest. In een poging de boel wat te luchten hebben we voor dat we weg gingen alle ramen tegen elkaar open gezet. De temperatuur is daarmee echter nauwelijks gedaald maar het heeft wel een hele kudde bloedzuigende insecten naar binnen gebracht. Gelukkig staat er een ventilator dus zelf zie ik geen probleem. Die zet je bij ons voeteneind en voila koude lucht en gelijk ook geen muggen. Maar Cathelijn is niet zo'n overal door heen slaper als ik dus die is bang dat ze geen oog dicht doet van de herrie van dat ding. Na rijp beraad leggen we haar matras dus maar op de stenen grond in gang onderaan de trap. Daar is het wel heerlijk koel. Goed opgelost en welterusten.

 

Dag 5, zondag van De Horst naar Beek-Ubbergen

Ik slaap als een blok en wordt alleen in de de vroege ochtend even wakker omdat het vrij licht in de kamer is. Maar dat los ik net als thuis op door een t-shirt over mijn ogen te leggen ( alleen hier geen kinderen die me daarom om uitlachen met het commentaar dat ik met een burka lig te slapen) en dan draai ik me met de wind van de ventilator om mijn oren nog eens fijn om tot de wekker gaat om half negen. Goed gemutst vraag ik dus of Cathelijn ook zo lekker geslapen heeft. Hahaha foutje. Arme Cathelijn, we hadden er niet goed aan gedacht dat de automatische lamp die in de hal hing behoorlijke gevoelig was. Iedere keer als ze naar een mug zwaaide gingen de felle lichten aan. En als ze toch in slaap viel maar zich daarin omdraait  was het ook weer gelijk boem! alle lichten aan en begon het spel opnieuw. Alles bij elkaar heeft ze amper twee uur geslapen.

Maar als onze gastvrouw bij het ontbijt vraagt of alles naar wens is geweest roepen we in koor "Ja hóór, geweldig!". Want ook deze gastvrouw is een verschrikkelijk lief mens en  heeft ontzettend haar best gedaan om de paarden goed te verzorgen en het ons naar de zin te maken. En kan er natuurlijk ook niets aan de Spaanse temperaturen van de afgelopen weken doen. Tegen haar klagen heeft geen enkeke meerwaarde en dat doen we dan ook niet.

Gelukkig kan Cathelijn ( in tegenstelling tot mijn persoontje) verschrikkelijk goed tegen weinig slaap en haar humeur heeft dan ook geen seconde te lijden als we vandaag de zoveelste dag met temperaturen van tegen de dertig graden in rijden. Het eerste deel gaan we nog keurig over de ruiterpaden maar dan steken we naar het noorden af om via het ruiterpadloze landgoed van Jurgens om opnieuw op weg te gaan naar het Duivelsgebergte. Vandaag gaan we die via de oostkant doorkruisen.

Het landgoed van Jurgens geeft behalve veel hilariteit over laaghangende takken en (ingebeelde) eikenprocessierupsen, geen problemen. 

https://www.youtube.com/watch?v=45oTlmh3ahc

 

Dat wordt anders zodra we de Oud Kleefsebaan zijn overgestoken en we het Duivelsgebergte weer intrekken. Een kwartier later lopen we daarvast op obstakels waarover nagedacht is. Op de weg links omhoog loopt een trap ( die in het echt stijler is dan op de foto) en rechts hebben ze doorgang letterlijk gedwarsboomd door er een boom dwars overheen te laten liggen. Ik overweeg nog even of we niet toch moeten proberen de trap te nemen ( politiepaarden doen dat immers ook) maar ik ben bang dat ik daar mee toch een keer mijn hand ga overspelen. Het kan misschien ook wel eens te gek.

Dus volgen we de weg naar het pannenkoekenhuis in de hoop daarvandaan wel een doorgang te vinden. Dat lijkt even te lukken, maar dan lopen we definitief vast op twee halve hekken die met 30 cm van elkaar afgeplaats zijn zodat alleen een wandelaar maar geen fietser en laat staan een paard er tussen door kan. Aan de rechterkant daarvan is een heuvel omhoog getrokken en aan linkerkant een een supersteile helling omlaag dus we zijn echt kansloos om er langs te komen. We stappen maar even af om een broodje te eten en met de gps in de hand de opties die we nu nog hebben te bekijken. Om 5 minuten later tot de conclusie te komen dat het systeem ons echt verslagen heeft. We staan hemelsbreed hooguit 200 meter van de plek waar we woensdag het Duivelsgebergte ingereden zijn maar we kunnen er niet komen. 

Er is dus nog maar één optie over: we moeten helemaal terug naar de Oud Kleefsebaan, die weer naar het oosten vervolgen en dan via het pad dat we op dat we op de heenweg genomen hebben terug naar Stal Ebbers.

De Oud Kleefsebaan is op zondag met heel veel mensen die met heel veel haast bij oma op visite moeten niet echt een lolletje, maar ach het is uiteindelijk ook weer ruim een uur extra vakantie moet je maar denken.  En het Duivelsgebergte is en blijft prachtig.

 

En dan rijden we de laatste meters terug langs de N325 en bereiken we stal Ebbers weer. Daar staat de zoon van Ans en Geert speciaal op ons te wachten om het hek open te doen aangezien de manege op zondag eigenlijk gesloten is.

 

Snel alle spullen eraf en laden en dan zit het er al veel te snel weer op. Maar Cathelijn heeft aangegeven dat ze over een paar jaar best met me mee wil rijden naar Santiago dus als het goed is hebben we samen nog heel veel kilometers voor de boeg.

Epiloog

Als ik met de auto en Alegro in de trailer onderweg ben naar huis besef ik me ineens wat in de afgelopen jaren misschien wel het meest belangrijke ingrediënt is voor het feit dat elk van de acht tochten die ik tot nu toe gemaakt  heb op zijn eigen manier weer even leuk geweest is.  En dat is het gezelschap waarin je verkeert. Ook deze tocht was dat net als de voorgaande keren alleen maar weer genieten.

Als Cathelijn dit verslag  had geschreven weet ik zeker dat er in de grote lijn hetzelfde op papier was komen te staan. Maar als ze een ander karakter had gehad had het met even veel gemak een verhaal kunnen worden over rijden bij te hoge temperaturen, overlast van dazen, tot op je onderbroek natregenen, onaardige uitbaters, bloedhete slaapkamers en onvoorziene omwegen over drukke wegen. 

Dus natuurlijk is een braaf paard fijn, waterdichte spullen handig en een geschikt zadel prettig als je onderweg bent. Maar zorg vooral dat je je laat vergezellen door mensen die het leven van de zonnige kant zien en zich niet zo gauw uit het veld laten slaan. Mensen voor wie het glas altijd halfvol is.